Een regenachtige vrijdag. We hopen stiekem dat de lucht zich even inhoudt. Vandaag is de laatste dag dat de bestemming nog binnen het uur te bereiken is; daarna switchen we naar tweedaagse trips. De reistijd, het milieu – je weet hoe het gaat in je gedachten tegenwoordig.
We begonnen op een plek die bruiste. Alsof heel Duitsland hier z'n camper had geparkeerd, een complete nederzetting bij het strand. Ik vermoed de strandtenten; de magnetische trek van koffie en Kuchen. Over koffie gesproken: de cappuccino was voortreffelijk. De spreektaal was overwegend Duits, een vertrouwd geruis. Eerst koffie, dan pas de wereld aan.
En wat een wereld. De wind zette meteen de toon, een ongenadige tegenstander. Met de windstopper soms benauwd, zonder hem ronduit guur. Maar de tocht was mooi. Renesse bleek een leuk stadje, met een pannenkoekenrestaurant.
Daarna volgde kilometers strand, uitgestrekt en leeg, op plekken ruim honderd meter breed. Het zand tekende zich in verschillende kleuren, hier en daar een vleugje rood. Overal schelpen en een triest tapijt van aangespoelde kwallen.
En daar was je dan, helemaal alleen. De toeristen hielden wijselijk de kant van het dorp en de boulevard.
Vlak voor Burgh-Haamstede, bij één van de vele campings, dronken we nog wat. We kozen voor de terugweg bewust voor een van de groene routes, rechtstreeks naar Renesse. Eén bus, praktisch en snel.
Dat laatste kopje koffie of afscheidsbiertje zat er helaas niet in; etenstijd, alles volgeboekt. Geen man overboord, dan maar richting huis.
Een mooie tocht. Eén keer gehuld in de poncho's, de rest van de tijd volstond een dun regenjasje of een fleece vest. En nu? Nu duiken we de kaart in, op zoek naar het vervolg.