Pittig omhoog
Vandaag niet zoveel kilometers, 12 á 13 km. De diverse appjes zijn het niet eens met elkaar en dat is prima. Het gaat niet meer om afstanden, of hoelang je loopt. Het gaat om het onderweg zijn. Dat is echt zo. De albergue in Valcarlos, ach ik schreef het gisteren al niet al te veel sterren waard. Bed, douche, toilet, net voldoende meer is het niet. Ik regel voor Jeanette nog haar rugzak vervoer, dat blijkt gelukt want in Roncesvalles vind ze haar rugzak weer terug in een apart afgesloten kamer.
We zoeken Paul op en ontbijten eenvoudig samen in de zelfde bar annex supermarkt. Daarna met een rustige start op pad. We lopen het kleine dorpje uit en klimmen omhoog lang de regionale weg. Weer heel anders dan de route gisteren, maar onderweg worden we toch afgeleid van de weg, weg zeg maar. Ja, en waar we dan mogen lopen. Ja, echt mogen lopen. Prachtige smalle paadjes, diep beneden een ruisend beekje, zo relaxed. Bloemen, plantjes, rare vormen in jaren lang geleden omgevallen bomen. Omhoog, omlaag, een oud krakend bruggetje waar de leuning met een touwtje bij elkaar wordt gehouden. We genieten volop. Maken weer veel foto’s.
Zo anders dan de route van gisteren, maar weer zo mooi en intens. Toch lijkt deze etappe intensiever dan die van gisteren, ondanks de helft van de afstand. Camino hè. We moeten omhoog, omhoog en omhoog.
We bereiken onze eindbestemming en worden verrast door een Italiaanse filmcrew. Ze vragen of ze ons mogen filmen bij het incheck-proces. We worden “wereldberoemd”. We zijn de eerste, maar het duurt nog even voordat we naar de slaapzaal mogen.
We besluiten om dan eerst een vroege lichte lunch te nemen.
Daarna is het het bed opzoeken, douchen, was meenemen en naar de kelder om daar de handwas te doen. Ik kom in een leuk gesprek met de twee vrijwilligers die beneden de waslocatie bemannen. Een Nederlander en een Belg. We wisselen wat ervaringen uit en ik kan de Belg nog helpen met een route app.
Na het wassen zoeken we Paul weer op en vermaken we ons de rest van de middag op een terras. We hebben mooie gesprekken met elkaar, we lachen veel, zitten lekker in het zonnetje en eten tegen de avond nog wat.
We vinden alledrie dat dit toch ook een mooi leven is. We zijn dankbaar. We maken afspraken voor morgen en ik kijk nog even naar de details van de route morgen. Het lijkt wat makkelijker te worden dan de afgelopen dagen. Dat herinner ik me nog van mijn Camino van 2019 toen ik hier ook liep. Maar pas op, het is hier nooit vlak.
We gaan het morgen zien. Ik lig al op bed, het is 20:45 uur. Ik maak deze blog af en ga dan snel slapen. Half luisterend naar het geroezemoes en geritsel om me heen. Dat werkt voor mij.
Morgen op naar Zubiri. Dag 3 maar het voelt al als dag 100 zo snel ben je lekker uit je dagelijkse ritme en routine.
Tot morgen.
Buen Camino