Invoegen op de Frances route en alleen op de wereld
Gisteren was een lange dag, zelf gekozen net als vandaag. Weer lang, nou ja lang veel kilometers. Was het gisteren 38 vandaag net iets minder 35. Ik heb dat met een reden gedaan. Vertel ik zo.
Nog wat van gisteren. De Albergue waar ik slaap ligt in een gehucht van geloof vijf huizen. Roxica klein, maar leuk. Goeie herberg. Ik heb gereserveerd. Als ik mijn eigen naam, Wim, gebruik, gaat het niet goed. Het wordt iets van Bim ofzo. Dus hier ga ik onder de naam Wiliam door het reserverings-leven. De dame die me inschrijft refereert aan Prins Wiliam. Nou zo erg is het nou ook weer niet, maar als ze kan garanderen dat ik “Prins-heerlijk” kan slapen vind ik het prima.
De dame, schort om, kordaat, runt haar herberg strak. Cena? Uh ja graag. Desayuno? Uh ja ook graag. En zo vraagt ze door. Dus bed, avondeten, ontbijt, geregeld. Top. Ze vraag hoe laat ik mijn ontbijt wil. Om 07:30 uur graag. Prima.
Het eten was perfect, groente, empanada met tonijn, kaas, wijn en met 11 andere pelgrims aan tafel. Mooie gesprekken weer. Dan naar bed even bloggen over mijn fijne wandeldag, en hopelijk dus “Prins-heerlijk” slapen. Nou nee. 6 man op een zaaltje en minimaal drie die anders ademhalen dan de rest. Ach, uiteindelijk sta ik om 06:30 naast mijn bed en doe mijn ding. Ontbijt zelfs iets eerder omdat de dame me al ziet zitten.
Om 08:00 uur op pad en……..oranje dag. Poncho aan en die blijft aan. De hele weg. Da’s twee tellen vervelend maar daarna oké. De tweede lange dag dus om uit te komen in Arzúa en morgen in O Pedrouzo. Bewuste keuze.
Ik zie de hele dag geen enkele andere pelgrim. Waar zijn ze? Geen idee. Het is echt de laatste etappe van de Norte route, ik voeg helemaal aan het eind van vandaag in op de Franse route en dan zie ik de eerste en nog meer pelgrims. Vandaag was de route mooi, mooi glooiend, niet te moeilijk. Soms bezaaid met wilde kastanjes, hele bergen onder de bomen langs de weg.
Na 8 km een barretje voor koffie, even weg uit de regen, maar ik moet en wil toch weer gauw verder. Door kleine dorpjes, langs boerenbedrijven. Een stier, die bij zijn dames in de wei staat, kijkt me wel heel nadrukkelijk aan. Ik in zo’n oranje pak. Ik zie hem denken, is dat nou rood, moet ik er op af? Gelukkig niet.
Verder loop ik weer door een “1000 puzzelstukjes landschap 🐘” Zoals zoveel deze hele trip al. Zo mooi weer.
Ik wandel voorbij het meer van Sobrado. Aangelegd door de monniken van het nabij gelegen klooster. Al in 1500, voor o.a. de bewatering van de gewassen. Er loopt een mooi houten voetpad naast de weg omheen.
De laatste kilometers zijn altijd wat heftig op zulke lange afstanden. Je “klapt” een beetje naar binnen als het waren en allerlei gedachten-flarden drijven voorbij. Niet echt een geheel maar een soort flitsen over van alles. Lekker lopen wel.
Ik kijk uit naar het samen komen van de routes. En ja als het dan zover is ben ik gelijk een beetje terug naar de sfeer van 2019. Leuk het werkt dus voor mij. Ik herken de grote muurschildering in Arzúa. Ik loop nog geen 200 meter op de route of ik moet er al af richting mijn slaapplek. Vlak naast de route en nog maar 38 km van Santiago de Compostela. Morgen en woensdag, de dag dat ik het mooie plein weer op loop, zijn relax dagen voor me. Bewust de twee traditionele twee laatste etappe plaatsen gekozen. Arzúa en O Pedrouzo. Druk? Ja. Leuk toch. O ja, mijn veter is kapot. Probleem, nee hoor ik een reservepaar bij me 😜
Ik heb weer gewassen in een lavadero. Heerlijk alles weer fris en een leuk gesprek met een pelgrim uit Californië. Zo gaat dat op de Frances, zoveel pelgrims altijd een praatje. Ben gedoucht, schone kleren aan het is half negen. Tijd om wat te gaan eten.
De camino maakt je hongerig.
Buen Camino
Wim